Arbeidsdeskundig onderzoek

Valt iemand langdurig uit? Dan moet je een arbeidsdeskundig onderzoek uitvoeren. De arbeidsdeskundige beoordeelt welke functionele beperkingen een medewerker heeft, maar kijkt ook vooral naar wat nog wél kan.

Er zijn vier uitkomsten als het gaat om re-integratie. Een medewerker kan:

• terugkeren in zijn eigen werk;
• terugkeren in zijn eigen werk nadat het is aangepast aan zijn mogelijkheden;
• niet terugkeren in zijn eigen werk, maar wel in een andere functie bij dezelfde werkgever;
• aan het werk bij een andere werkgever.

Terugkeren bij de eigen werkgever noemen we re-integratie in spoor 1. Is dat niet mogelijk? Dan moet re-integratie in spoor 2 worden onderzocht: re-integratie bij een andere werkgever. Daarvoor is het belangrijk om goed te kijken naar wat iemand nog wel kan, en wat daarvoor nodig is.

Volgens de richtlijnen van de Wet Verbetering Poortwachter moet een arbeidsdeskundig onderzoek worden ingezet als een medewerker na tien maanden nog niet aan het werk is. Maar waarom zou je wachten met zo’n onderzoek als het duidelijk is dat terugkeer in het eigen werk niet kan? Je kunt veel beter meteen een arbeidsdeskundig onderzoek inzetten als een medewerker verzuimt en zijn werk de oorzaak is.

Een arbeidsdeskundig onderzoek wordt meestal geadviseerd door de bedrijfsarts, maar ook een medewerker of werkgever kan hiervoor de eerste stap zetten.

Ben je benieuwd of dit het moment is voor een arbeidsdeskundig onderzoek? Of wil je weten welke kosten erbij komen kijken? Neem dan contact op met Benutbare Mogelijkheden.